Astronaut André Kuipers over EHBO in de ruimte:
“We opereren onder de meest bizarre omstandigheden”
‘Okay, Houston, we’ve got a problem’ is een beruchte uitspraak van de commandant van de missie Apollo 13 toen zojuist hun zuurstoftank was ontploft op weg naar de maan. Falende techniek zet de ruimtevaart op scherp maar de veiligheid van de astronauten kent topprioriteit. Ervaringsdeskundige André Kuipers – tevens arts – vertelt over de eerste hulpverlening in de ruimte.
Wanneer je aan een kind vraagt wat hij later wil worden, is dat meestal piloot, arts, bra ndweerman of astronaut. Voor André Kuipers – reeds twee ruimtereizen gemaakt hebbende – was dat niet anders. “Ik las over ruimteschepen en raketten, keek naar sciencefiction films, maar zag ook de prachtige foto’s en leerde over het onderzoek. De combinatie van avontuur, schoonheid en nut, daarmee is het begonnen.”
Risico’s
De weg naar de ruimte en de terugkeer naar de aarde zijn voor de ruimtevaarder het meest risicovol. In beide gevallen ben je met enorme hoeveelheden energie bezig die zowel door technische storingen als door menselijke fouten fataal kunnen aflopen. Kuipers: “Je zit in een gevaarlijke omgeving van het vacuüm van de ruimte. Er zit een heel dun laagje aluminium tussen jou en het niks.”
De geschiedenis van de ruimtevaart leert dat het goed mis kan gaan. Van het niet opengaan van de parachute van de eerste Sojoez capsule tot het ontstaan van brand bij de Apollo 1, van het niet correct sluiten van een klep in het ruimteschip terwijl de kosmonauten geen ruimtepakken droegen tot een botsing van een vrachtschip tegen het ruimtestation Mir. Voor veel mensen staat het ongeluk van de Challenger – nu 30 jaar geleden – nog op het netvlies toen bij de lancering het hele ruimteschip uiteenspatte.
Drie grote gevaren
Kuipers: “Er zijn drie grote gevaren waar wij op getraind worden. Het eerste is een lek in het ruimtestation. Het tweede is het vrijkomen van het giftige ammoniak, wat in de externe koelvloeistof wordt gebruikt. Zodra de alarmbellen afgaan, worden direct de zuurstofmaskers opgezet en verzamelt men zich in het Russische deel van het ruimtestation (waar geen warmtewisselaars zijn dus geen lek tussen het externe en het interne systeem kan ontstaan) en worden de luiken gesloten. Vervolgens worden de concentraties gemeten om te kijken wanneer het zuurstofmasker weer af mag. Tenslotte is dan het gevaar van brand. Je moet zelf de kortsluiting op gaan sporen, de brandhaard vinden en bestrijden.”
Medische zorg
De selectie is streng en de kandidaten worden uitgebreid getest en gekeurd. “Er zijn altijd twee Crew Medical Officers (CMO) aan boord die weten hoe de (medische) apparatuur aan boord werkt, welke medicijnen beschikbaar zijn en hoe en wanneer deze gebruikt moeten worden. Aan boord van het ruimtestation hebben we de spullen voor een klein ziekenhuisje.” Indien nodig zet men de camera’s aan zodat een arts op de aarde mee kan kijken. Naast bijvoorbeeld de bediening van de defibrillator en de beademingsapparatuur, intuberen en gebruik van een eyewash wanneer er bijtende stoffen in het oog komen, is de kennis van de arts Kuipers uitgebreid met o.a. het geven van een verdoving om een kies te trekken.
Al zwevende reanimeren
Het ontbreken van zwaartekracht – dus het zweven – is een van de grote uitdagingen bij het bieden van eerste hulp. “Alles moet worden vastgezet, van de patiënt op de brancard tot en met de materialen en apparatuur. Defibrilleren en een hartmassage is in een ruimte zonder zwaartekracht een behoorlijke uitdaging. Dit kan worden opgelost door bijvoorbeeld je voeten tegen het plafond te plaatsen en zo af te kunnen zetten. De EHBO-kennis is goed, maar de omstandigheden zijn bizar.” Zelf heeft Kuipers ook ongelukjes gehad, maar dat bleef beperkt tot een hoofdwond en oorontsteking.
Hygiëne
Over het algemeen hebben wonden in de ruimte langer nodig om te genezen. “Door het ontbreken van stromend water hebben we beperkte hygiëne, zijn er meer ontstekingsreacties. Bacteriën doen het beter, terwijl ons immuunsysteem is verminderd. Met antiseptische doekjes komen we een heel eind na toiletbezoek en ter vervanging van een douche. Gelukkig hebben zich nog geen grote infecties of dat soort zaken voorgedaan. Maar het is wel een punt van aandacht.“
Dagen in ruimte
“De eerste paar dagen zijn door het optreden van ruimteziekte lastig. Dit is vergelijkbaar met zeeziekte en iedereen weet dat je dan nergens meer zin in hebt en niets meer kan. Er zijn wel medicijnen beschikbaar om de symptomen te onderdrukken. Minder acute zaken zijn botontkalking, spierverlies, problemen met de ogen en hoofdpijn. Door het uitzetten van je tussenwervelschuiven kun je wel 4 cm langer worden in de ruimte, met rugpijn tot gevolg. Ook psychisch kan het zwaar zijn aangezien je vaak langere tijd weg bent bij je familie en gezin, een depressie ligt dan op de loer.”
Creatief met de medische kit
De jarenlange trainingen voorafgaand aan de missie zijn hard nodig. Toch blijft een grote mate van creativiteit onmisbaar, naast alle beschikbare kennis en materialen. Zo had een van de Russische collega’s van Kuipers een hotchilisaus in zijn oog bij het eten. Gelukkig was de oogdouche niet nodig, maar ze hebben er wel mee in de aanslag gestaan.
“Een ander geval gebeurde bij het koppelen van een vrachtschip. Het luik dat met een hendel en draaimechanisme geopend zou moeten worden, gaf geen krimp. Uiteindelijk heb ik uit de medische kit een stethoscoop gepakt. Daarmee kon ik horen dat het draaimechanisme prima functioneerde. Het was dus een kwestie van meer spierkracht. Kortom, ik heb een diagnose gesteld, zij het op een luik.”
Terug op aarde
Tijdens de tweede ruimtereis verbleef Kuipers ruim zes maanden in de ruimte. Alle maatregelen ten spijt, was het contact van de Sojoez met de grond een harde landing. “Bij de terugkeer voel je je vastgezogen op de planeet. Je lichaam is zwaartekracht niet meer gewend. Zodra je gaat staan zakt het bloed naar beneden en je bloeddrukreflexen doen het niet meer. Je hebt sterke neiging tot flauwvallen. En dan heb je ook nog last van aardziekte. Je wordt ziek van je eigen planeet, want je evenwichtsorgaan is geen zwaartekracht meer gewend. Als je je hoofd draait wordt je misselijk. Dat duurt een paar dagen. Vervolgens had ik drie maanden spierpijn. Er is een vuistregel dat je net zolang moet herstellen als dat je gevlogen hebt, zeker wat betreft je botten.”
Kosmisch gevoel
Op de vraag of al die geschetste ongemakken het allemaal waard is, zegt Kuipers; “Vaak ben je dagen aan het werk en heb je helemaal niet door dat je in de ruimte bent. Met al die camera’s zit je bovendien in een soort van glazen huis. Toch kan het opeens tot je doordringen dat je buiten de aarde bent, vooral als je een tijd naar buiten kijkt. Je krijgt dan een soort van kosmisch gevoel en je beseft dat je onderdeel van iets veel groters bent, van een zonnestelsel, van een universum. Wanneer je recht op de aarde kijkt, dan zie je majestueuze kleuren van turquoise wateren en rode woestijnen. Kijk je echter langs de aarde op, dan zie je het zwarte, gevaarlijke heelal. Je krijgt een claustrofobisch gevoel voor je eigen planeet. In 1,5 uur ben je om de aarde heen gevlogen. Dat doet je beseffen hoe klein de planeet eigenlijk is. Wanneer je je zelf op de aarde bevindt, lijkt deze plat en de lucht oneindig. De blik vanuit de ruimte vertelt ons een ander verhaal. Wij zijn allemaal astronauten op het ruimteschip aarde, drijvend door het heelal. Het is heel mooi maar kwetsbaar. Als een baby, onbeschermd een kwetsbaar.”
Toekomst
Een derde ruimtereis zit er waarschijnlijk niet in voor Kuipers. De frequentie van de reizen neemt af omdat het verblijf in de ruimte nu veel langer is. Vallend onder de Europese ruimtevaartorganisatie ESA staan er veel astronauten uit diverse landen te trappelen om het uitzicht op de planeet Aarde te bewonderen. “Wanneer de commerciële ruimtevluchten gemeengoed gaan worden, zal ik – zelfs als ik 90 jaar ben – er toch serieus over na gaan denken om mee te gaan naar bijvoorbeeld de maan”, zegt astronaut André Kuipers lachend tot besluit.
Gepubliceerd in: EERSTE HULP, magazine voor de vrijwilliger maart 2016. Uitgever: Nationale Bond EHBO